Infectieuze buikvliesontsteking bij katten: FIP risicofactoren
Wat zijn enkele van de risicofactoren voor FIP? Sommige katten hebben meer kans op FIP dan andere, ook al komt het Coronavirus dat hiervoor verantwoordelijk is overal voor.
Hieronder staan enkele risicofactoren die het risico dat een kat FIP krijgt vergroten. Leeftijd 50% van de katten die FIP ontwikkelen zijn jonger dan 2 jaar, dus werden ze waarschijnlijk als kitten besmet toen hun immuunsysteem nog te jong was om met de FCoV-infectie om te gaan.
Jongere katten en oudere katten hebben vaak een onvolgroeid of verzwakt immuunsysteem waardoor ze een groter risico lopen om FIP te ontwikkelen.
Jonge kittens kunnen ook aan het virus zijn blootgesteld toen ze in cattery’s of asielen verbleven. Ras als risicofactor voor FIP Bepaalde rassen, zoals raskatten of katten uit catteries, kunnen een hoger risico op FIP lopen.
Perzische katten en verwante rassen lijken vatbaarder te zijn.
Er zijn aanwijzingen dat Perzische katten ‘predisponerende allelen’ dragen voor deze aandoening, waardoor ze kwetsbaar zijn wanneer ze worden blootgesteld aan het virus dat FIP veroorzaakt.
Katten uit cattery’s of raszuivere lijnen zijn bijzonder vatbaar voor het ontwikkelen van FIP.
Abessijnen, Bengalen, Birmanen, Himalaya’s, Ragdolls en Rexen hebben een significant hoger risico op de ziekte in vergelijking met andere katten.
Andere kattenrassen, waaronder Burmezen, Exotic Shorthairs, Manxen, Perzen en Russische blauwen, blijken ook vatbaarder te zijn voor FIP vanwege genetische factoren en hun verhoogde blootstelling in fokprogramma’s. Er wordt gedacht dat bepaalde genetische factoren die in verband worden gebracht met FIP, de ziekte kunnen veroorzaken.
Er wordt gedacht dat bepaalde genetische factoren bij Perzische katten (en de daarmee geassocieerde rassen) ervoor zorgen dat ze iets minder goed dan andere katachtige soorten in staat zijn om het virus dat FIP veroorzaakt onder controle te houden – waardoor ze vatbaarder zijn voor infectie als ze ermee in contact komen.
Overvolle leefomstandigheden Katten die in een drukke of stressvolle omgeving leven, zoals huishoudens met meerdere katten of asielen, lopen een hoger risico op blootstelling aan het feline coronavirus, wat de kans op het ontwikkelen van FIP kan vergroten.
Enkele risicofactoren voor FIP die samenhangen met het leven in een drukke omgeving zijn de nabijheid van andere katten, gedeelde bronnen (zoals etensbakken, kattenbakken en bedden) en een verzwakt immuunsysteem door stress.
Blootstelling aan andere katten is een belangrijke factor voor overdracht, omdat besmette katten het virus uitscheiden in hun speeksel of uitwerpselen.
Door nauw contact tussen katten kan het virus zich gemakkelijker verspreiden.
In huishoudens met meerdere katten en opvangcentra is het belangrijk om de kans op overdracht te verkleinen door goede hygiënepraktijken te bevorderen, zoals het desinfecteren van oppervlakken met huishoudelijke schoonmaakmiddelen en het regelmatig wassen van de handen tussen het aaien van verschillende katachtigen door.
Het is ook belangrijk om gezond gedrag onder de katten aan te moedigen, zoals het bieden van voldoende ruimte per kat zodat ze niet vechten om hun territorium.
Gebruik indien nodig ongediertebestrijdingsmaatregelen zoals vlooienpreventiebehandelingen en bied verrijkingsactiviteiten aan zoals speeltjes/eetbakken/klimtorens enz.
Zorg ervoor dat de katten evenveel te eten krijgen, zonder dat ze hoeven te “vechten” om eten, en zorg voor comfortabele rustplaatsen. Genetica Sommige katten kunnen een genetische aanleg hebben waardoor ze vatbaarder zijn voor het ontwikkelen van FIP.
Dit kan te maken hebben met hun immuunsysteem of hun vermogen om het feline coronavirus onder controle te houden.
De genetische opmaak van een kat kan ze kwetsbaarder maken voor infectie, ofwel doordat ze niet in staat zijn om binnendringende virusdeeltjes te herkennen en af te weren, ofwel doordat hun celmembranen minder bestand zijn tegen het virus.
Ze kunnen ook bepaalde cellen bij katten gevoelig maken voor een immuunrespons die ontstekingen veroorzaakt en leidt tot verdere weefselschade.
Bovendien kunnen sommige katten de replicatie van de gevaarlijke stam van het feline coronavirus die in verband wordt gebracht met FIP, niet onder controle houden, waardoor hun vatbaarheid voor het ontwikkelen van deze aandoening toeneemt. Stress Stress heeft een negatieve invloed op het immuunsysteem van katten, waardoor ze minder goed tegen infecties kunnen vechten.
Katten kunnen gestrest raken wanneer ze een belangrijke verandering in hun omgeving of routine meemaken, zoals een verhuizing of de introductie van een nieuw huisdier.
Wanneer een kat wordt blootgesteld aan stress, geeft zijn lichaam hormonen af die de productie en functie van bepaalde immuuncellen onderdrukken.
Dit zorgt ervoor dat het algehele immuunsysteem van de kat minder goed werkt, waardoor de kat niet alleen vatbaarder is voor FIP, maar ook voor andere ziekten of aandoeningen, zoals die veroorzaakt door parasieten en bacteriën.
De meeste katten die FIP ontwikkelen, hebben een geschiedenis van stress enkele weken tot maanden voor het ontstaan van FIP.
Als je je huisdieren dus milieuverrijkende activiteiten biedt en mogelijke stressbronnen minimaliseert, kan dat helpen om ze minder vatbaar te maken voor deze ziekte.
Status van het immuunsysteem Katten met een verzwakt immuunsysteem, zoals katten met het Feline Leukemie Virus (FeLV) of het Feline Immunodeficiëntie Virus (FIV), lopen een hoger risico op FIP.
FeLV en FIV zijn virale infecties die bij katten voorkomen en die beide het immuunsysteem van de kat aanvallen.
Als gevolg hiervan hebben katten met een verzwakt immuunsysteem door een van beide virussen vaak moeite om andere ziekten of aandoeningen, waaronder FIP, te bestrijden.
Katten met onderliggende ziekten zoals FeLV of FIV kunnen minder goed reageren op een coronavirusinfectie als ze eraan worden blootgesteld en lopen meer kans om de ziekte te ontwikkelen.
De beste manier voor ouders om het risico van hun kat op FIP te minimaliseren is door de gezondheidsgeschiedenis van hun kat te kennen.
Regelmatige bezoeken aan de dierenarts zouden een grondige controle van de algehele gezondheid van je huisdier moeten omvatten, inclusief tests op deze virussen, zodat je eventuele tekenen vroegtijdig kunt ontdekken en je kat de juiste zorg en behandeling kunt geven als dat nodig is.